Bedrijven schieten tekort in benoemen van vrouwen
17-08-2015 Redactie vacatures.nl
Veel bedrijven laten kansen liggen als het gaat om de benoeming van vrouwen in raden van bestuur en raden van commissarissen . Uit de ‘Bedrijvenmonitor Wet bestuur en toezicht 2013’ van de commissie ‘Monitoring Talent naar de Top’ blijkt dat meer bedrijven het streefcijfer (30% vrouw) hadden kunnen halen, als ze beter hadden ingespeeld op de mogelijkheden.
Slechts lichte stijging
Gerdi Verbeet, voorzitter van Monitoring Talent naar de Top, overhandigde de bedrijvenmonitor afgelopen week aan Jet Bussemaker, minister van OCW, en Hans de Boer, voorzitter van werkgeversorganisatie NVO-NCW. Hoewel het aantal vrouwen in raden sinds de invoering van het wettelijk streefcijfer is toegenomen, is het streefcijfer nog ver weg. In 2013 groeide het aandeel van vrouwelijke commissarissen van 9,8% naar 11,2%. In raden van bestuur nam het vrouwelijke aandeel met anderhalf procentpunt toe tot 8,9%.
Verbeet: “Het is goed om te zien dat het aandeel van vrouwen in de raden van bestuur en raden van commissarissen is toegenomen. Maar we moeten realistisch blijven: in dit tempo duurt het nog tot 2028 voordat de rvb en rvc voor ten minste 30% uit vrouwen bestaan.” Toch is Verbeet niet pessimistisch: “Ik voel dat er een trendbreuk in de lucht hangt. En dat kan ook niet anders nu er zoveel talentvolle vrouwen beschikbaar zijn."
Gerdi Verbeet, voorzitter van Monitoring Talent naar de Top, overhandigde de bedrijvenmonitor afgelopen week aan Jet Bussemaker, minister van OCW, en Hans de Boer, voorzitter van werkgeversorganisatie NVO-NCW. Hoewel het aantal vrouwen in raden sinds de invoering van het wettelijk streefcijfer is toegenomen, is het streefcijfer nog ver weg. In 2013 groeide het aandeel van vrouwelijke commissarissen van 9,8% naar 11,2%. In raden van bestuur nam het vrouwelijke aandeel met anderhalf procentpunt toe tot 8,9%.
Verbeet: “Het is goed om te zien dat het aandeel van vrouwen in de raden van bestuur en raden van commissarissen is toegenomen. Maar we moeten realistisch blijven: in dit tempo duurt het nog tot 2028 voordat de rvb en rvc voor ten minste 30% uit vrouwen bestaan.” Toch is Verbeet niet pessimistisch: “Ik voel dat er een trendbreuk in de lucht hangt. En dat kan ook niet anders nu er zoveel talentvolle vrouwen beschikbaar zijn."
Vrouwenquotum
Ook minister Bussemaker maakt zich zorgen over de langzame voortgang. Toch is zij geen voorstander van het invoeren van een vrouwenquotum: “Een quotum is een paardenmiddel, maar met de huidige cijfers kunnen we niet aankomen in Brussel. Dit is gewoon verspilling van talent.” Bussemaker doet een beroep op bedrijven om te zorgen dat een vrouwenquotum niet nodig is. “Er verandert alleen iets als bedrijven hun nek uitsteken en op creatieve en alternatieve manieren talentvolle vrouwen aan zich binden. Bedrijven als PostNL laten zien dat het kan. Als het ‘old boys network’ niet zelf in actie komt, wordt de druk om een quotum in te voeren steeds groter."
Ook De Boer vindt het nog te vroeg voor een quotum. Hij vindt dat de geplande evaluatie in 2015 pas zin heeft als de bekendheid van de wet flink vergroot is. “Pas als die bekendheid optimaal is, kan je namelijk zeggen of de regeling wel of niet werkt. Want als bedrijven niet naleven omdat ze de wet niet kennen, telt dat eigenlijk niet als evaluatie. Je weet immers niet of ze het wel zouden hebben gedaan als ze met de wet bekend waren geweest.”
Ook minister Bussemaker maakt zich zorgen over de langzame voortgang. Toch is zij geen voorstander van het invoeren van een vrouwenquotum: “Een quotum is een paardenmiddel, maar met de huidige cijfers kunnen we niet aankomen in Brussel. Dit is gewoon verspilling van talent.” Bussemaker doet een beroep op bedrijven om te zorgen dat een vrouwenquotum niet nodig is. “Er verandert alleen iets als bedrijven hun nek uitsteken en op creatieve en alternatieve manieren talentvolle vrouwen aan zich binden. Bedrijven als PostNL laten zien dat het kan. Als het ‘old boys network’ niet zelf in actie komt, wordt de druk om een quotum in te voeren steeds groter."
Ook De Boer vindt het nog te vroeg voor een quotum. Hij vindt dat de geplande evaluatie in 2015 pas zin heeft als de bekendheid van de wet flink vergroot is. “Pas als die bekendheid optimaal is, kan je namelijk zeggen of de regeling wel of niet werkt. Want als bedrijven niet naleven omdat ze de wet niet kennen, telt dat eigenlijk niet als evaluatie. Je weet immers niet of ze het wel zouden hebben gedaan als ze met de wet bekend waren geweest.”