Nog altijd stijgende werkloosheid onder recent afgestudeerden

17-08-2015 Redactie vacatures.nl
Steeds meer afgestudeerden en gediplomeerde schoolverlaters zitten zonder baan, blijkt uit cijfers van het Researchcentrum voor Onderwijs en Arbeidsmarkt, onderdeel van de Universiteit van Maastricht . Vooral in het mbo is de situatie schrijnend: sinds 2008 is het aantal werkloze gediplomeerden meer dan verdrievoudigd.

Vooral veel mbo’ers werkloos

Zo’n 50.000 afgestudeerden en gediplomeerden werkten mee aan het onderzoek, dat een weinig rooskleurig beeld schetst van de situatie van de starters . De cijfers hebben betrekking op de gediplomeerde schoolverlaters van het studiejaar 2011-2012, die aan het eind van 2013 werden ondervraagd (meer dan een jaar na het behalen van het diploma). De werkloosheid blijkt op alle onderwijsniveaus te zijn toegenomen en vooral mbo’ers komen steeds moeilijker aan een baan. In 2008 was 5% van de mbo’ers die met een diploma van school kwamen werkloos, inmiddels is dit 17%. Het percentage hbo’ers en wo’ers dat na het afstuderen zonder werk zit, steeg van 4 naar 10%.

Hoogste werkloosheid onder BOL-leerlingen

Opvallend is dat het werkloosheidspercentage veel hoger ligt onder mbo’ers die de beroepsopleidende leerweg (BOL) hebben gevolgd, dan onder de BBL-leerlingen (beroepsbegeleidende leerweg). Deze laatste jongeren gaan één dag per week naar school en werken de rest van de week bij een bedrijf. Bij de groep die een BOL-opleiding afrondde, ligt de werkloosheid (gemiddeld over de vier mbo-niveaus) op 22%, terwijl het bij de BBL-opleidingen op 12% ligt. Uitschieters zijn de schoolverlaters met een BOL-diploma niveau 1, van wie bijna de helft werkloos is.

Niet-passende banen

Starters die wel een baan kunnen vinden, nemen vaak genoegen met een baan onder hun niveau of in een ander vakgebied. Meer dan 1 op de 4 starters met een mbo- of hbo-diploma op zak vervult een functie die onder het diplomaniveau ligt. Nog hoger ligt het percentage starters dat in een functie buiten hun studierichting werkt: bij mbo’ers geldt dit voor 31% van de ondervraagden; bij hbo’ers voor 26%. Daarnaast heeft twee derde van de hbo-voltijders en de mbo-BOL’ers een flexibele aanstelling.