Uit onderzoek van het statistische bureau Eurostat komt naar voren dat Nederland met afstand Europees koploper is op het gebied van deeltijdwerken. Volgens de Europese onderzoekers heeft iets meer dan de helft (50,7%) van de werkenden in Nederland een parttime baan. Slechts 4,2% zou liever meer werken.



Waar in Nederland ongeveer de helft van de werkenden een deeltijdbaan heeft, ligt het Europees gemiddelde rond de 20%. Het verschil met nummer twee Zwitserland (36%) is enorm, waarna er een vijftal landen is met een percentage tussen de 26% en 28% (Noorwegen, Duitsland, Groot-Brittannië, Oostenrijk en Zweden). Een belangrijke reden dat Nederland het deeltijdklassement leidt, is het hoge percentage vrouwen dat parttime werkt: zo’n 75%.  Overigens waarschuwde de OESO (Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling) onlangs voor bedreiging van de arbeidsproductiviteit en economische groei in Nederland, juist vanwege het grote aantal parttimers.



Opvallend is dat de Nederlanders, vergeleken met de andere Europeanen, zeer tevreden zijn met hun parrtime baan. Het percentage dat graag meer zou werken is 4,2%, terwijl het gemiddelde in Europa op 22,7% ligt. De nummer twee wat betreft tevredenheid is Luxemburg, met 10,3%. In de landen waar de meeste parttimers liever meer zouden werken, hangt dit vooral samen met werkloosheid. Zo kennen de lijstaanvoerders Griekenland (72% wil meer werken), Cyprus (59%) Spanje (57%) allemaal een hoog werkloosheidscijfer. Dit geldt ook voor de andere landen die relatief hoog scoren op ontevredenheid, zoals Portugal, Letland en Bulgarije.