Veel bedrijven gaan onzorgvuldig om met persoonsgegevens van hun werknemers, concludeert het College Bescherming Persoonsgegevens (CBP) uit een reeks onderzoeken omtrent de  bewaking  van privacy . "€œIn deze tijden van hoge werkloosheid zijn werknemers nog meer dan anders afhankelijk van hun werkgever," stelt CBP-voorzitter Jacob Kohnstamm. "De werkplaats is echter geen vrijplaats: het grondrecht op de bescherming van persoonsgegevens geldt ook op de werkvloer."



Het CBP ontving in 2013 zo'n 900 meldingen van privacyschending op de werkvloer, die relatief vaak gaan over de gezondheid van werknemers. Zo zijn er personeelsleden die hun medicijnen moeten inleveren bij de baas, zodat deze het gebruik van geneesmiddelen kan inventariseren. Maar juridisch heeft alleen de bedrijfsarts het recht om te vragen naar het medicijngebruik. Ook bij ziekte onder het personeel overtreden veel bedrijven de regels, door expliciet te informeren naar de aard van de aandoening en deze soms zelfs te registreren. Wettelijk dienen ze zich echter te beperken tot de vraag wanneer de werknemer verwacht de werkzaamheden te kunnen hervatten. Andere veel gehoorde klachten gaan over managers die camera’s laten ophangen, of die mensen beoordelen op het feit dat zij geen LinkedIn-profiel hebben.



Als gevolg van de kwetsbare arbeidsmarkt en de hoge werkloosheid staan arbeidsverhoudingen al snel onder druk, constateert Kohnstamm. "Werkgevers moeten meebetalen aan arbeidsongeschiktheidskosten en ziektekosten. En voor werkgevers is het nog spannender: het kan zijn dat je je baan kwijtwaakt."€ Om die reden komt het CBP met do'€™s en don't€™s op de website, zodat werkgever en werknemer weten waar ze aan toe zijn. Deze gedragsregels hebben betrekking op de onderwerpen cameratoezicht, ziekte van de werknemer en social media. De hoop van het CBP is dat een betere bewustwording van rechten en plichten zal zorgen voor minder conflicten op de werkvloer.