Kleinere bedrijven hebben steeds meer moeite om hun openstaande vacatures op te vullen. Dat blijkt uit cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek.

Met name bedrijven met minder dan vijftig werknemers vinden moeilijk nieuw personeel. Een op de negen kleine bedrijven in Nederland moet het met minder mensen doen dan er werkplekken zijn, tegenover een op de elf bij bedrijven van meer dan honderd werknemers.




Het personeelstekort is het grootst in de ICT-sector. ICT-bedrijven kampen al sinds begin 2015 met de gevolgen van de krapper wordende arbeidsmarkt. Waar in dat jaar nog een op de negen kleine bedrijven een personeelstekort hadden, krijgt nu een kwart van alle kleine ICT-bedrijven de openstaande vacatures niet opgevuld. Daardoor ligt de productie bij veel bedrijven een stuk lager dan normaal.


De krapte in het personeelsbestand is in veel gevallen het gevolg van het aantrekken van de arbeidsmarkt. Er worden gemiddeld steeds meer vacatures geplaatst, terwijl er steeds minder werklozen zijn om die vacatures op te vullen. Een jaar geleden stonden er tegenover iedere openstaande vacature gemiddeld bijna vier werklozen. Inmiddels is dit teruggedrongen tot slechts 2,6 werklozen per vacature. Voor de werkloze beroepsbevolking is dit een positieve verandering: minder concurrentie betekent immers meer kans op een baan.


Toch zijn de kansen op een baan in sommige sectoren niet voor iedere werkzoekende gelijk. Wie een baan zoekt in de reisbranche moet bijvoorbeeld aan een specifiek profiel voldoen. Hoewel het aantal banen in die sector sterk toeneemt, gingen banen voornamelijk naar ervaren krachten en werknemers met specifieke vooropleidingen. Ook maken werknemers gemiddeld meer uren, waardoor de kansen voor nieuwkomers afnamen.