Werknemers staken gemiddeld minder. In 2016 werden er 19.000 arbeidsdagen ingezet om te protesteren, ruim 28.000 minder dan in 2015, meldt het Centraal Bureau van de Statistieken (CBS). Dat is een daling van bijna 60 procent.



Ook het aantal stakingen nam af: in totaal zorgde arbeidsonrust vorig jaar voor 25 stakingen, twee minder dan in 2015. Daarmee daalde het aantal stakingen in Nederland voor het eerst sinds 2011. Stakingen duurden bovendien een stuk korter en er deden minder werknemers mee: 11.000 medewerkers vorig jaar tegenover ruim 42.000 een jaar eerder.


Meer dan 80 procent van alle stakingen werden uitgeroepen en geleid door een vakbond. Volgens Mariette Patijn, arbeidsvoorwaardencoördinator bij FNV, is de afname van het aantal stakingen, stakers en stakingsdagen te verklaren door de toenemende invloed van de beroepsverenigingen. Werkgevers bogen hierdoor sneller voor de verbonden, waardoor er sneller resultaat werd behaald. “We hebben in 2016 minder lang hoeven staken om tot goede afspraken te komen met werkgevers”, verklaart Patijn aan NRC. “Ik zie dat als een teken van onze kracht, want in 2015 moesten we vaak lang actievoeren.”


Werknemers die uit protest stopten met werken, hing vaak een ontslag boven het hoofd. Daarvoor werd in 2016 in totaal vijftien keer gestaakt. Bij zes stakingen ging het om een cao-conflict, bij vier om loon- en werktijd. Medewerkers in de industrie en in het vervoer legden het vaakst het werk neer: in beide bedrijfstakken acht keer.