Vrouwen en ouderen maken inhaalslag op arbeidsmarkt
15-11-2016 Redactie vacatures.nl
Niet alleen in Rio de Janeiro doen de Nederlandse vrouwen het beter dan de mannen, ook op de arbeidsmarkt zijn de dames de baas. Dat schrijft het Financieele Dagblad (FD) op basis van gegevens van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS). Het aantal werkende vrouwen steeg in de maand juni naar 3,89 miljoen; het hoogste aantal ooit. Ouderen noteerden een nog grotere winst: sinds vorig jaar is het aantal 45- tot 75-jarigen met een baan met bijna 100.000 gestegen.
Ten opzichte van een jaar geleden steeg de werkgelegenheid onder vrouwen met maar liefst 53.000. Vergeleken met 2009 is het aantal werkende vrouwen zelfs met 73.000 toegenomen. Dat de totale werkgelegenheid nog onder het niveau van 2009 ligt, wordt volledig verklaard door het aantal werkende mannen. Dit is, ondanks de herstellende economie, nog altijd 98.000 lager dan in 2009.
Het FD wijst twee oorzaken aan voor dit opvallende verschil. Ten eerste hebben de overwegend mannelijke sectoren het tijdens de economische crisis zwaarder te verduren gehad. De belangrijkste voorbeelden hiervan zijn de bouw en de industrie. Bovendien hebben Nederlandse vrouwen de afgelopen decennia een grote emancipatieslag geslagen. Als gevolg van onder meer actief overheidsbeleid, een hoger opleidingsniveau en de toenemende populariteit van deeltijdbanen is het aandeel van vrouwen op de arbeidsmarkt fors toegenomen.
Toch is er een groep die het nog beter doet, namelijk de ouderen. Het aantal werkende ouderen (met een leeftijd tussen de 45 en 75 jaar) is het afgelopen jaar met 99.000 toegenomen. Vergelijkt men dit aantal met dat van 2009, dan is het verschil zelfs 455.000. Geen wonder dat het FD concludeert dat de vrouwen het zilver pakken, maar het goud aan de ouderen moeten laten.
De belangrijkste reden voor dit succes van de senioren is het afbouwen van regelingen als prepensioen en de vut. Doorwerken tot (minimaal) 65 is tegenwoordig niet meer dan normaal. Daar komt bij dat de groep ouderen als gevolg van de vergrijzing simpelweg steeds groter wordt. Dat deze ontwikkeling is terug te zien in de werkgelegenheidscijfers, is volgens het FD niet meer dan logisch.
Waar medailles worden verdeeld, zijn ook verliezers te noteren. Dat zijn in dit geval de werkenden tussen de 25 en 45 jaar, oftewel de oudere jongeren. Vergeleken met 2009 daalde de werkgelegenheid voor deze groep met maar liefst 452.000.
Recordaantal werkende vrouwen
Ten opzichte van een jaar geleden steeg de werkgelegenheid onder vrouwen met maar liefst 53.000. Vergeleken met 2009 is het aantal werkende vrouwen zelfs met 73.000 toegenomen. Dat de totale werkgelegenheid nog onder het niveau van 2009 ligt, wordt volledig verklaard door het aantal werkende mannen. Dit is, ondanks de herstellende economie, nog altijd 98.000 lager dan in 2009.
Het FD wijst twee oorzaken aan voor dit opvallende verschil. Ten eerste hebben de overwegend mannelijke sectoren het tijdens de economische crisis zwaarder te verduren gehad. De belangrijkste voorbeelden hiervan zijn de bouw en de industrie. Bovendien hebben Nederlandse vrouwen de afgelopen decennia een grote emancipatieslag geslagen. Als gevolg van onder meer actief overheidsbeleid, een hoger opleidingsniveau en de toenemende populariteit van deeltijdbanen is het aandeel van vrouwen op de arbeidsmarkt fors toegenomen.
Ouderen pakken goud
Toch is er een groep die het nog beter doet, namelijk de ouderen. Het aantal werkende ouderen (met een leeftijd tussen de 45 en 75 jaar) is het afgelopen jaar met 99.000 toegenomen. Vergelijkt men dit aantal met dat van 2009, dan is het verschil zelfs 455.000. Geen wonder dat het FD concludeert dat de vrouwen het zilver pakken, maar het goud aan de ouderen moeten laten.
De belangrijkste reden voor dit succes van de senioren is het afbouwen van regelingen als prepensioen en de vut. Doorwerken tot (minimaal) 65 is tegenwoordig niet meer dan normaal. Daar komt bij dat de groep ouderen als gevolg van de vergrijzing simpelweg steeds groter wordt. Dat deze ontwikkeling is terug te zien in de werkgelegenheidscijfers, is volgens het FD niet meer dan logisch.
Oudere jongeren buiten de prijzen
Waar medailles worden verdeeld, zijn ook verliezers te noteren. Dat zijn in dit geval de werkenden tussen de 25 en 45 jaar, oftewel de oudere jongeren. Vergeleken met 2009 daalde de werkgelegenheid voor deze groep met maar liefst 452.000.