Werkende jongeren van 21 en 22 jaar krijgen binnenkort een volwaardig salaris, in plaats van het huidige minimumjeugdloon. De ministerraad stemde afgelopen week in met een wetsvoorstel van minister Asscher (Sociale Zaken en Werkgelegenheid) dat het minimumjeugdloon in twee stappen afschaft voor jongeren vanaf 21 jaar. De huidige wetgeving past volgens de minister niet meer bij de positie van jongeren op de arbeidsmarkt.





Minister Asscher maakte in april al bekend dat hij van plan was een einde te maken aan het minimumjeugdloon voor jongeren vanaf 21 jaar. Bij een eerlijke kans op de arbeidsmarkt past ook een fatsoenlijke beloning, zo redeneert Asscher. Daar komt bij dat zo’n aparte regeling voor jongeren internationaal niet gangbaar is. Nu de ministerraad de plannen heeft goedgekeurd, kunnen deze naar de Raad van State en vervolgens naar de Tweede Kamer.

Op dit moment vallen jongeren tot 23 jaar nog onder het minimumjeugdloon, wat inhoudt dat hun salaris onder het wettelijk minimumloon kan liggen. Als het voorstel van minister Asscher door de Kamer wordt aangenomen, vallen 21- en 22-jarigen voortaan onder het reguliere minimumloon. De afschaffing gebeurt in twee stappen: in 2017 zal de leeftijdsgrens worden verlaagd van 23 naar 22. Twee jaar later volgt een nieuwe verlaging tot 21.



Behalve het minimumjeugdloon pakt de minister ook de stukloonbepaling aan. Dit is een regeling waarbij jongeren niet per gewerkt uur, maar per afgeleverde eenheid worden betaald. In onder meer de postbezorging en de agrarische sector is deze manier van uitbetalen gangbaar. Uitbetalen op basis van stukloon blijft mogelijk, maar de werknemers krijgen wel de garantie dat ze ten minste het minimumloon krijgen uitbetaald voor elk uur dat ze werken. Daarnaast komt er een regeling om het uitbetalen van overwerk mogelijk te maken.