Meer mensen besteden hun vakantiegeld dit jaar aan vakantie , zo blijkt uit onderzoek van het Nibud (Nationaal Instituut voor Budgetvoorlichting). 67% van de Nederlandse huishoudens gaat dit jaar minstens één keer op vakantie. Ook het percentage dat het vakantiegeld op de spaarrekening zet, is gestegen.





Vooral huishoudens met een inkomen tot 1.500 euro per maand gaan vaker op vakantie. In 2015 gaf van deze groep 35% aan een vakantie te boeken van zes dagen of meer; dit jaar is dat percentage gestegen tot 52%. Van de inkomensgroep ‘rond modaal’ gaat 70% op vakantie (vorig jaar 61%), van de Nederlanders die boven modaal verdienen 86% (vorig jaar 80%).



Het percentage Nederlanders dat aangeeft het vakantiegeld opzij te zetten, is dit jaar gestegen van 36% naar 39%. De afgelopen jaren was dit percentage al opgelopen: in 2012 koos slechts 24% ervoor het vakantiegeld op de spaarrekening te zetten. Huishoudens met een hoger inkomen kiezen relatief vaker voor sparen. Volgens het Nibud is dit omdat mensen met een inkomen beneden modaal het geld vaker gebruiken voor huishoudelijke uitgaven en het aflossen van schulden.



De duur van een vakantie is gemiddeld vijftien dagen, waarbij de gemiddelde kosten uitkomen op een kleine 2.500 euro per huishouden. Dit prijskaartje is flink gedaald ten opzichte van 2015, toen Nederlanders gemiddeld nog ruim 3.100 euro besteedden aan vakantie. Deze daling houdt vermoedelijk verband met het feit dat meer huishoudens met een relatief laag inkomen dit jaar een vakantie boeken.