Het aantal universitair afgestudeerden dat binnen anderhalf jaar een baan vindt, is sinds 2013 gestegen van 90% naar 93%. Hiermee is een einde gekomen aan een periode van toenemende werkloosheid onder wo-afgestudeerden. Dat is de belangrijkste conclusie die kan worden getrokken uit de arbeidsmarktrapportage van de Vereniging van Universiteiten (VSNU).





De VSNU constateert dat wo-afgestudeerden een “uitstekende uitgangspositie” hebben op de arbeidsmarkt. Daarnaast geeft een universitair diploma volgens de vereniging een “hoge baangarantie”. Gemiddeld vindt een wo’er binnen drie maanden na de afstudeerdatum een eerste baan. 40% kan zelfs direct aan de slag. Van de 93% die binnen anderhalf jaar na afstuderen werk vindt, begint 69% op wetenschappelijk niveau. 21% vindt een baan op hbo-niveau en 2% op mbo-niveau.



Niet alleen het percentage baanvinders neemt toe, ook het gemiddelde salaris zit sinds 2013 in de lift. In 2015 verdiende een universitair afgestudeerde anderhalf jaar na afstuderen gemiddeld 2.865 euro bruto op basis van een 40-urige werkweek. Twee jaar eerder lag dit gemiddelde nog 81 euro lager (2.784 euro). Ook het aantal uren dat men gemiddeld werkt, is toegenomen: van 36,0 naar 36,9.



Over het algemeen zijn studenten tevreden over de opleiding die ze gevolgd hebben, al zijn de verschillen per afstudeerrichting groot. 73% van alle afgestudeerden geeft aan een goede basis te hebben opgebouwd en 48% is (zeer) tevreden over de aansluiting op de arbeidsmarkt. Afgestudeerden in de richtingen economie, gezondheid en techniek blijken vaker tevreden over hun kansen op de arbeidsmarkt, terwijl men vanuit de afstudeerrichtingen taal & cultuur en gedrag & maatschappij vaak kritisch is. De VSNU zoekt de oorzaak hiervoor in het brede karakter van laatstgenoemde opleidingen, waarbij men niet wordt opgeleid voor een specifiek beroep en er ook vrijwel nooit stage wordt gelopen.