Nederlanders die zonder werk zitten, weten sneller een nieuwe baan te vinden dan de gemiddelde werkloze in Europa. Dat blijkt uit cijfers die het Europese statistiekbureau Eurostat vrijdag publiceerde.




Van alle Nederlanders die in het tweede kwartaal van 2015 zonder werk zaten, vond volgens de data van Eurostat 22,5% in het daaropvolgende kwartaal een nieuwe baan. Binnen de Europese Unie lag dit percentage gemiddeld op 17,9%. Deze percentages zijn voor zowel Nederland als Europa met respectievelijk 0,9 en 1,1 procentpunt verbeterd ten opzichte van dezelfde periode in 2014.

De stroom van werkloosheid naar een dienstverband is zowel te verklaren door het economische klimaat als door seizoensgebonden factoren. De voor seizoensinvloeden gecorrigeerde cijfers worden later door Eurostat gepubliceerd.


Het percentage werklozen dat tussen het tweede en derde kwartaal van 2015 nieuw werk vond, kent enkele positieve uitschieters in de noordelijke lidstaten van de Europese Unie: in Denemarken vond 33,9% nieuw werk en ook in Estland, Zweden en Finland lag het percentage aanmerkelijk hoger dan het gemiddelde. Met 5,9% scoort Griekenland het laagst.


Ook het percentage werklozen dat de zoektocht naar werk geheel opgeeft (en daardoor niet wordt meegerekend als werkloos), lag in Nederland relatief hoog. Tussen het tweede en derde kwartaal van 2015 staakte 27,8% van de werklozen het zoeken van een baan, tegenover een Europees gemiddelde van 19,4%. In Italië lag het percentage dat het bijltje erbij neergooit met 41,6% het hoogst; in Griekenland met 0,4% het laagst.