Nederland grootste geldschieter EU
23-12-2015 Redactie vacatures.nl
Nederland betaalde in 2014 per inwoner 278,75 euro meer aan de EU dan het ontving. Dat blijkt uit cijfers van het Duitse onderzoeksbureau Statista en het tijdschrift Der Spiegel. Hiermee heeft Nederland het meest negatieve saldo van alle EU-landen. De vraag is: weegt deze bijdrage op tegen de positieve effecten van het EU-lidmaatschap? Vacatures.nl maakt de balans op.
Statista en Der Spiegel stellen het huishoudboekje van de EU op en constateren dat Nederland, Zweden en Duitsland de grootste geldschieters zijn. De landen die het meest profiteren zijn Hongarije, Litouwen en Griekenland. Ook onze zuiderburen leggen geld toe, terwijl Luxemburg juist in de plus staat. Over het algemeen zijn het de Noord- en West-Europese landen die negatief uitkomen, terwijl de meeste Oost- en Zuid-Europese lidstaten een positief saldo hebben.
Op basis van bovenstaande cijfers ligt het voor de hand om te stellen dat de EU Nederland vooral geld kost. De cijfers vertellen echter niet het complete verhaal: ze gaan bijvoorbeeld voorbij aan de internationale handel – iets waar Nederland juist veel aan verdient. Ons land heeft namelijk een handelsoverschot van 77,6 miljard euro, zo tonen CBS-cijfers aan. Dit houdt in dat we voor 77,6 miljard euro meer exporteren dan importeren. En het overgrote deel van onze export (zo’n 73%) gaat naar andere EU-lidstaten, waarmee we, juist dankzij EU-afspraken, goedkoper handel kunnen drijven. Voorbeelden van deze afspraken zijn de afschaffing van invoerrechten en het vrij verkeer van goederen, diensten en personen.
Wereldwijd zijn er slechts zes landen die een groter handelsoverschot hebben dan Nederland, te weten China, Duitsland, Saoedi-Arabië, Rusland, Qatar en de Verenigde Arabische Emiraten. De Verenigde Staten hebben verreweg het grootste handelstekort (ruim 730 miljard euro) en ook het Verenigd Koninkrijk, India en Japan kennen een groot tekort.
Hoeveel Nederland jaarlijks betaalt aan de Europese Unie, is gemakkelijk uit te rekenen: een kleine 4,7 miljard euro1. Wat de EU ons oplevert, is moeilijker vast te stellen. Het is namelijk onmogelijk te zeggen hoe groot de export zou zijn wanneer we geen lid van de EU zouden zijn geweest.
Wel maakte het CPB (Centraal Planbureau) in 2008 een inschatting van het positieve effect dat de vrije handel binnen de EU heeft op het nationaal inkomen. Dankzij deze vrije markt zou het nationaal product van Nederland 4% tot 6% hoger liggen, wat voor het jaar 2005 zou neerkomen op 1.500 tot 2.200 euro netto per persoon. Uitgaande van het inwonertal van dat jaar (16,32 miljoen), bedraagt de ‘winst’ voor Nederland tussen de 24,48 en 35,90 miljard euro op jaarbasis. Let wel, dit is gebaseerd op een schatting van het CPB, niet op daadwerkelijke inkomsten.
Men kan dus, op basis van CPB-ramingen en met de nodige voorzichtigheid, aannemen dat het lidmaatschap van de EU ons meer oplevert dan het ons kost. Feit blijft dat Nederland fors meer aan de EU bijdraagt dan omringende landen, die uiteraard ook kunnen profiteren van de genoemde handelsvoordelen.
***
1Het aantal inwoners in 2014 (16,9 miljoen) x de jaarlijkse bijdrage per persoon (278,75 euro) = 4,710 miljard euro
Huishoudboekje van de EU
Statista en Der Spiegel stellen het huishoudboekje van de EU op en constateren dat Nederland, Zweden en Duitsland de grootste geldschieters zijn. De landen die het meest profiteren zijn Hongarije, Litouwen en Griekenland. Ook onze zuiderburen leggen geld toe, terwijl Luxemburg juist in de plus staat. Over het algemeen zijn het de Noord- en West-Europese landen die negatief uitkomen, terwijl de meeste Oost- en Zuid-Europese lidstaten een positief saldo hebben.
Hoge inkomsten uit handelsoverschot
Op basis van bovenstaande cijfers ligt het voor de hand om te stellen dat de EU Nederland vooral geld kost. De cijfers vertellen echter niet het complete verhaal: ze gaan bijvoorbeeld voorbij aan de internationale handel – iets waar Nederland juist veel aan verdient. Ons land heeft namelijk een handelsoverschot van 77,6 miljard euro, zo tonen CBS-cijfers aan. Dit houdt in dat we voor 77,6 miljard euro meer exporteren dan importeren. En het overgrote deel van onze export (zo’n 73%) gaat naar andere EU-lidstaten, waarmee we, juist dankzij EU-afspraken, goedkoper handel kunnen drijven. Voorbeelden van deze afspraken zijn de afschaffing van invoerrechten en het vrij verkeer van goederen, diensten en personen.
Wereldwijd zijn er slechts zes landen die een groter handelsoverschot hebben dan Nederland, te weten China, Duitsland, Saoedi-Arabië, Rusland, Qatar en de Verenigde Arabische Emiraten. De Verenigde Staten hebben verreweg het grootste handelstekort (ruim 730 miljard euro) en ook het Verenigd Koninkrijk, India en Japan kennen een groot tekort.
Kosten en baten EU-lidmaatschap: de balans
Hoeveel Nederland jaarlijks betaalt aan de Europese Unie, is gemakkelijk uit te rekenen: een kleine 4,7 miljard euro1. Wat de EU ons oplevert, is moeilijker vast te stellen. Het is namelijk onmogelijk te zeggen hoe groot de export zou zijn wanneer we geen lid van de EU zouden zijn geweest.
Wel maakte het CPB (Centraal Planbureau) in 2008 een inschatting van het positieve effect dat de vrije handel binnen de EU heeft op het nationaal inkomen. Dankzij deze vrije markt zou het nationaal product van Nederland 4% tot 6% hoger liggen, wat voor het jaar 2005 zou neerkomen op 1.500 tot 2.200 euro netto per persoon. Uitgaande van het inwonertal van dat jaar (16,32 miljoen), bedraagt de ‘winst’ voor Nederland tussen de 24,48 en 35,90 miljard euro op jaarbasis. Let wel, dit is gebaseerd op een schatting van het CPB, niet op daadwerkelijke inkomsten.
Men kan dus, op basis van CPB-ramingen en met de nodige voorzichtigheid, aannemen dat het lidmaatschap van de EU ons meer oplevert dan het ons kost. Feit blijft dat Nederland fors meer aan de EU bijdraagt dan omringende landen, die uiteraard ook kunnen profiteren van de genoemde handelsvoordelen.
***
1Het aantal inwoners in 2014 (16,9 miljoen) x de jaarlijkse bijdrage per persoon (278,75 euro) = 4,710 miljard euro