Voetbaltrainers en de arbeidsmarkt: Hiddink en Cocu succesvolste Eredivisietrainers
17-08-2015 Redactie vacatures.nl
De succesvolste Eredivisietrainers van de afgelopen vijftien jaar, in elk geval als het om het aantal punten gaat, zijn Guus Hiddink en Phillip Cocu. Dat blijkt uit onderzoek van Vacatures.nl, dat het vak van hoofdtrainer in de Eredivisie onder de loep nam. In het seizoen 2004-2005 behaalde Hiddink met PSV 87 punten, terwijl Cocu het afgelopen seizoen maar liefst 88 punten binnensleepte. Op basis van het puntengemiddelde per jaar maakt Hiddink indruk met een gemiddelde van 82,25 over vier seizoenen. Weliswaar moet hij Martin Jol (Ajax, 85 punten) en Cocu (PSV, 88 punten) voor zich dulden, maar de gemiddelden van de laatste twee hebben betrekking op slechts één seizoen. Hiddinks gemiddelde is gebaseerd op liefst vier seizoenen, waarin hij drie keer kampioen werd en eenmaal de KNVB-beker won.
Puur op basis van het aantal punten is het logisch dat de trainers van PSV en Ajax het meest succesvol zijn. De twee verdeelden de afgelopen jaren de kampioenschappen (7 om 6) en alleen FC Twente en AZ slaagden erin de Eindhovens-Amsterdamse hegemonie te doorbreken. 66% van de prijzen die er nationaal gewonnen kunnen worden, ging sinds 2000 naar PSV of Ajax.
Interessanter wordt het wanneer wordt gekeken naar de eigenschappen die een coach succesvol maken. Vacatures.nl zoomde hiervoor in op de traditionele top 3 van de Eredivisie (Ajax, PSV en Feyenoord) en onderzocht of ervaring als voetballer op het hoogste niveau en een flinke dosis werkervaring je een betere hoofdtrainer maken.
Wat betreft ervaring blijkt het antwoord niet eenduidig: de succesvolste hoofdtrainers hebben tussen de 11 en 15 jaar ervaring (gemiddeld 74 punten per seizoen), terwijl de meest ervaren trainers (meer dan 15 jaar ervaring) juist het minst succesvol zijn (gemiddeld 63 punten). Die laatste groep blijft gemiddeld ook niet langer dan een jaar bij de club. Opvallend is dat de trainers zonder ervaring het bijzonder goed doen: met een gemiddelde van 71 komen zij op de tweede plaats uit.
Ervaren coaches profiteren dus tot op zekere hoogte van hun lange cv, maar vanaf de grens van 15 jaar ervaring lijkt dit effect uitgewerkt. De meest ervaren coach die vanaf 2000 werd aangesteld in de Eredivisie, was Leo Beenhakker met 37 jaar ervaring. Zijn aanstelling als interim-coach bij Feyenoord bleek geen succes: hij slaagde er niet in om via de play-offs een Europees ticket te bemachtigen.
Of een trainer baat heeft bij een eigen carrière als profvoetballer, is moeilijk aan te tonen, al was het maar omdat liefst 94,4% van de trainers uit de traditionele top 3 oud-prof is. Alleen Leo Beenhakker en Sef Vergoossen hebben niet op hoog niveau gevoetbald. Deze laatste behaalde in 2008 de landstitel met PSV. De cijfers suggereren wel dat in ieder geval een van de twee (trainerservaring óf een spelerscarrière) essentieel is voor een hoofdcoach. Het zijn niet voor niets twee van de meest geroutineerde internationals, Frank de Boer (112 interlands) en Phillip Cocu (101 interlands), die het redden als beginnend coach.
De trainers die bij de top 3 zijn aangesteld in de afgelopen vijftien jaar, hebben op het moment van aanstelling gemiddeld 8,9 jaar ervaring. PSV bouwt het meest op ervaring: de gemiddelde coach in het Philips-stadion heeft 11 jaar ervaring op het hoogste niveau.
Het vak van voetbaltrainer kent traditioneel een groot verloop. De gemiddelde trainer in de Eredivisie blijkt het, in de onderzochte periode van 2000 tot nu, twintig maanden vol te houden. De clubs die het vaakst van coach wisselden zijn FC Twente en Willem II, die allebei maar liefst twaalf trainers verbruikten in vijftien seizoenen. Bekerwinnaar FC Groningen blijkt het meest loyaal aan zijn trainer: vooral dankzij Ron Jans die acht jaar lang het vertrouwen genoot, komt de Groningse teller uit op vijf hoofdtrainers.
In de afgelopen vijftien jaar stonden in totaal 163 vacatures open bij de achttien Eredivisie-clubs; een gemiddelde van 10,9 vacatures per jaar. Hierbij zijn ook vacatures voor interim-trainers meegerekend.
Van de nieuw aangestelde trainers gaat 13,5% op interim-basis aan de slag. Vooral Ajax, Feyenoord en PSV blijken vaak voor interimmers te kiezen: 48% van de interim-trainers is aangesteld door een van de drie traditionele topclubs. Van deze drie voerde Feyenoord vanaf 2000 de meeste trainerswisselingen door (11). In totaal waren er bij de top 3 in 15 jaar 31 vacatures (oftewel 2,1 vacatures per jaar).
Ronald Koeman gaat de boeken in als de trainer die de meeste Eredivisieclubs op zijn naam heeft staan. Tussen 2000 en 2015 coachte hij Vitesse, Ajax, PSV, AZ en Feyenoord. Hiermee heeft Koeman de complete top 3 op zijn cv staan, maar dat niet alleen: hij is de enige in de geschiedenis die zowel trainer als speler was bij Ajax, Feyenoord én PSV.
Een laatste opvallendheid: met Giovanni van Bronckhorst, Phillip Cocu en Frank de Boer heeft de traditionele top 3 het komende seizoen een trainer aan het roer staan die oud-speler van de club is, meer dan honderd interlands op zijn naam heeft staan en bij zijn start geen ervaring had als hoofdtrainer. Statistisch gezien kan het bijna niet anders of de drie oud-ploeggenoten van FC Barcelona gaan uitmaken wie er komend seizoen kampioen wordt.
De eigenschappen van een succescoach
Puur op basis van het aantal punten is het logisch dat de trainers van PSV en Ajax het meest succesvol zijn. De twee verdeelden de afgelopen jaren de kampioenschappen (7 om 6) en alleen FC Twente en AZ slaagden erin de Eindhovens-Amsterdamse hegemonie te doorbreken. 66% van de prijzen die er nationaal gewonnen kunnen worden, ging sinds 2000 naar PSV of Ajax.
Interessanter wordt het wanneer wordt gekeken naar de eigenschappen die een coach succesvol maken. Vacatures.nl zoomde hiervoor in op de traditionele top 3 van de Eredivisie (Ajax, PSV en Feyenoord) en onderzocht of ervaring als voetballer op het hoogste niveau en een flinke dosis werkervaring je een betere hoofdtrainer maken.
Wat betreft ervaring blijkt het antwoord niet eenduidig: de succesvolste hoofdtrainers hebben tussen de 11 en 15 jaar ervaring (gemiddeld 74 punten per seizoen), terwijl de meest ervaren trainers (meer dan 15 jaar ervaring) juist het minst succesvol zijn (gemiddeld 63 punten). Die laatste groep blijft gemiddeld ook niet langer dan een jaar bij de club. Opvallend is dat de trainers zonder ervaring het bijzonder goed doen: met een gemiddelde van 71 komen zij op de tweede plaats uit.
Ervaren coaches profiteren dus tot op zekere hoogte van hun lange cv, maar vanaf de grens van 15 jaar ervaring lijkt dit effect uitgewerkt. De meest ervaren coach die vanaf 2000 werd aangesteld in de Eredivisie, was Leo Beenhakker met 37 jaar ervaring. Zijn aanstelling als interim-coach bij Feyenoord bleek geen succes: hij slaagde er niet in om via de play-offs een Europees ticket te bemachtigen.
Of een trainer baat heeft bij een eigen carrière als profvoetballer, is moeilijk aan te tonen, al was het maar omdat liefst 94,4% van de trainers uit de traditionele top 3 oud-prof is. Alleen Leo Beenhakker en Sef Vergoossen hebben niet op hoog niveau gevoetbald. Deze laatste behaalde in 2008 de landstitel met PSV. De cijfers suggereren wel dat in ieder geval een van de twee (trainerservaring óf een spelerscarrière) essentieel is voor een hoofdcoach. Het zijn niet voor niets twee van de meest geroutineerde internationals, Frank de Boer (112 interlands) en Phillip Cocu (101 interlands), die het redden als beginnend coach.
De trainers die bij de top 3 zijn aangesteld in de afgelopen vijftien jaar, hebben op het moment van aanstelling gemiddeld 8,9 jaar ervaring. PSV bouwt het meest op ervaring: de gemiddelde coach in het Philips-stadion heeft 11 jaar ervaring op het hoogste niveau.
De arbeidsmarkt voor Eredivisietrainers
Het vak van voetbaltrainer kent traditioneel een groot verloop. De gemiddelde trainer in de Eredivisie blijkt het, in de onderzochte periode van 2000 tot nu, twintig maanden vol te houden. De clubs die het vaakst van coach wisselden zijn FC Twente en Willem II, die allebei maar liefst twaalf trainers verbruikten in vijftien seizoenen. Bekerwinnaar FC Groningen blijkt het meest loyaal aan zijn trainer: vooral dankzij Ron Jans die acht jaar lang het vertrouwen genoot, komt de Groningse teller uit op vijf hoofdtrainers.
In de afgelopen vijftien jaar stonden in totaal 163 vacatures open bij de achttien Eredivisie-clubs; een gemiddelde van 10,9 vacatures per jaar. Hierbij zijn ook vacatures voor interim-trainers meegerekend.
Van de nieuw aangestelde trainers gaat 13,5% op interim-basis aan de slag. Vooral Ajax, Feyenoord en PSV blijken vaak voor interimmers te kiezen: 48% van de interim-trainers is aangesteld door een van de drie traditionele topclubs. Van deze drie voerde Feyenoord vanaf 2000 de meeste trainerswisselingen door (11). In totaal waren er bij de top 3 in 15 jaar 31 vacatures (oftewel 2,1 vacatures per jaar).
Ronald Koeman gaat de boeken in als de trainer die de meeste Eredivisieclubs op zijn naam heeft staan. Tussen 2000 en 2015 coachte hij Vitesse, Ajax, PSV, AZ en Feyenoord. Hiermee heeft Koeman de complete top 3 op zijn cv staan, maar dat niet alleen: hij is de enige in de geschiedenis die zowel trainer als speler was bij Ajax, Feyenoord én PSV.
Een laatste opvallendheid: met Giovanni van Bronckhorst, Phillip Cocu en Frank de Boer heeft de traditionele top 3 het komende seizoen een trainer aan het roer staan die oud-speler van de club is, meer dan honderd interlands op zijn naam heeft staan en bij zijn start geen ervaring had als hoofdtrainer. Statistisch gezien kan het bijna niet anders of de drie oud-ploeggenoten van FC Barcelona gaan uitmaken wie er komend seizoen kampioen wordt.