Verdeling werkweek verandert, maar huishouden blijft vrouwentaak
17-08-2015 Redactie vacatures.nl
Hoewel het traditionele plaatje van de man als enige kostwinner steeds zeldzamer wordt, blijft het huishouden een vrouwentaak. Dat blijkt uit een onderzoek van het Verwey-Jonker Instituut waarover dagblad Trouw deze week bericht. Vrouwen zijn wel meer gaan werken, maar doen dit vooral in deeltijd en blijven in de meeste gevallen het huishouden bestieren.
Op verzoek van vicepremier Asscher onderzocht het Verwey-Jonker Instituut, dat onderzoek doet naar sociaalmaatschappelijke vraagstukken, of de veranderende werkweek invloed heeft op de verdeling van de zorg. Het antwoord hierop is: nauwelijks. Verwey-Jonker-onderzoeker Marian van der Klein is niet verbaasd: “Je kunt arbeidstijd wel van bovenaf opleggen, maar je kunt niet zeggen: dan moet u thuis de taken eerlijker verdelen. Dat is toch een mentaliteitskwestie.”
Een belangrijk verschil tussen de beide seksen is volgens Van der Klein dat mannen het aantal uren dat ze werken bepalen aan de hand van het salaris dat ze verdienen, terwijl vrouwen de combinatie tussen zorg en werk prioriteit geven. “Vrouwen kiezen er zelf voor,” aldus Van der Klein. “Tenminste, ze denken dat het een individuele keuze is: ze willen een relatie met de kinderen opbouwen, zelf voor ze zorgen.” Toch leert een blik op de statistieken dat het met die ‘individuele keuze’ wel meevalt: “Uit elk onderzoek blijkt dat tijd voor zorgtaken voor vrouwen belangrijker is dan voor mannen."
Van der Klein en collega-onderzoeker Marjan de Gruijter concluderen dat de verandering van de arbeidsmarkt sneller gaat dan de verandering van de taakverdeling. Anno 2015 doen mannen weliswaar meer huishoudelijk taken dan veertig jaar geleden (gemiddeld besteden ze hier 9 uur per week aan), vrouwen doen gemiddeld nog altijd ruim twee keer zo veel (20 uur per week). Het aantal vrouwen dat economisch zelfstandig is, is de afgelopen jaren toegenomen tot 53%, tegenover 74% van de mannen.
Mentaliteitskwestie
Op verzoek van vicepremier Asscher onderzocht het Verwey-Jonker Instituut, dat onderzoek doet naar sociaalmaatschappelijke vraagstukken, of de veranderende werkweek invloed heeft op de verdeling van de zorg. Het antwoord hierop is: nauwelijks. Verwey-Jonker-onderzoeker Marian van der Klein is niet verbaasd: “Je kunt arbeidstijd wel van bovenaf opleggen, maar je kunt niet zeggen: dan moet u thuis de taken eerlijker verdelen. Dat is toch een mentaliteitskwestie.”
Prioriteiten stellen
Een belangrijk verschil tussen de beide seksen is volgens Van der Klein dat mannen het aantal uren dat ze werken bepalen aan de hand van het salaris dat ze verdienen, terwijl vrouwen de combinatie tussen zorg en werk prioriteit geven. “Vrouwen kiezen er zelf voor,” aldus Van der Klein. “Tenminste, ze denken dat het een individuele keuze is: ze willen een relatie met de kinderen opbouwen, zelf voor ze zorgen.” Toch leert een blik op de statistieken dat het met die ‘individuele keuze’ wel meevalt: “Uit elk onderzoek blijkt dat tijd voor zorgtaken voor vrouwen belangrijker is dan voor mannen."
Taakverdeling verandert langzaam
Van der Klein en collega-onderzoeker Marjan de Gruijter concluderen dat de verandering van de arbeidsmarkt sneller gaat dan de verandering van de taakverdeling. Anno 2015 doen mannen weliswaar meer huishoudelijk taken dan veertig jaar geleden (gemiddeld besteden ze hier 9 uur per week aan), vrouwen doen gemiddeld nog altijd ruim twee keer zo veel (20 uur per week). Het aantal vrouwen dat economisch zelfstandig is, is de afgelopen jaren toegenomen tot 53%, tegenover 74% van de mannen.