Een nieuw pensioenstelsel kan ervoor zorgen dat jongeren niet langer de pensioenlasten van ouderen hoeven op te hoesten. Wel dient de hervorming geleidelijk te worden ingevoerd, zo adviseert het CPB (Centraal Planbureau) in een deze week verschenen rapport. Alleen zo is het mogelijk om alle betrokkenen te compenseren voor de inkomensgevolgen.



In het rapport buigt het CPB zich over het voorstel van de SER (Sociaal-Economische Raad) om een drastische hervorming van het pensioenstelsel door te voeren. Het plan komt erop neer dat iedereen zijn eigen pensioen opbouwt. Dit is volgens de SER hard nodig, aangezien het huidige systeem niet meer te betalen is. Het CPB concludeert dat de voorgestelde afschaffing van de doorsneepremie gunstig uitpakt voor de toekomstige generatie, maar waarschuwt ook dat de huidige generatie erop achteruitgaat wanneer er geen compensatie komt. Daarom pleit het planbureau voor een geleidelijke invoering, zodat de pijn voor de generatie van nu engiszins verzacht wordt.



Een andere mogelijkheid is dat de kosten voor de hervorming bij de overheid worden neergelegd, in de vorm van een tijdelijk inkomensafhankelijk overheidspensioen. Op deze manier kan de AOW-uitkering worden aangevuld. Nadeel van deze maatregel is dat de staatsschuld met 100 miljard euro stijgt, wat weer deels gecompenseerd zou kunnen worden door belastingmaatregelen. Later dit jaar zal staatssecretaris Jetta Klijnsma (Sociale Zaken en Werkgelegenheid) met een notitie komen over het toekomstige pensioenstelsel. Zij maakt daarbij gebruik van de adviezen van onder andere het CPB en de SER. Ook binnen de Kamer is draagvlak voor een hervorming van het pensioen.