Verloskundige

Een verloskundige is iemand die vrouwen ondersteunt voor, tijdens en na hun bevalling. Ze stelt ze de vrouwen op hun gemak en probeert het bevallingsproces zo soepel mogelijk te laten verlopen.

De taken van verloskundigen zijn te verdelen in drie fases:

Prenatale zorg

• Bijhouden van de groei en ontwikkeling van het kind (onder andere door de groei van de baarmoeder te controleren)
• Verstrekken van voorlichting aan ouders omtrent het proces en de voorbereiding van de bevalling (over bijvoorbeeld echoscopisch onderzoek) en over zorg, voeding en opvoedkundige zaken
• Houden van poliklinisch (zwangeren-)spreekuur
• Controleren van de harttonen van de baby
• Meten van de ontsluiting
• Bieden van emotionele en psychologische steun aan de zwangere vrouw
• Opbouwen van een vertrouwensband met de aanstaande ouders

Natale zorg

• Vaststellen van het begin van de bevalling
• (Blijven) controleren van de hartslag van de baby
• Adviseren en ondersteunen bij het opvangen van de weeën (bijvoorbeeld een washandje aanreiken, de rug masseren, de juiste houding adviseren)
• In de gaten houden van de ontsluiting
• Controleren van het bloedverlies
• In geval van complicaties ingrijpen en/of hulp inroepen van gynaecoloog

Postnatale zorg

• Controleren op afwijkingen bij de baby
• Bieden van nazorg en voorlichting aan de ouders
• Uitvoeren van de laatste controle rond de zesde week na de geboorte

Wanneer er tijdens de zwangerschap geen bijzonderheden optreden, is eerstelijns verloskunde gebruikelijk. Deze wordt verzorgd door een verloskundige, of eventueel een huisarts met een verloskundige specialisatie. De bevalling kan in zo’n geval thuis of in een geboortecentrum plaatsvinden. Tweedelijns verloskundige zorg geschiedt altijd in het ziekenhuis, onder verantwoordelijkheid van een klinisch verloskundige of een gynaecoloog. Vaak zijn dit gevallen met een verhoogd risico op complicaties.

Niet-klinische verloskundigen werken in een geboortecentrum, een verloskundigenpraktijk of bij mensen thuis. Klinisch verloskundigen werken binnen een ziekenhuis op de polikliniek, de kraamafdeling of de verloskamer. Als verloskundige heb je tijdens je werk veel te maken met kinderartsen, gynaecologen, kraamverzorgenden, verpleegkundigen, echoscopisten en huisartsen.

Om te kunnen werken als verloskundige, dien je de opleiding Verloskunde te hebben gevolgd. Dit is een hbo-opleiding waarin, behalve verloskunde, meestal de volgende onderwerpen aan bod komen: kindergeneeskunde, gynaecologie, fysiologie, medische terminologie en anatomie. Na succesvolle afronding van deze opleiding krijg je de titel Bachelor of Midwifery. Eventueel kun je nog verder studeren door bijvoorbeeld de masteropleiding Physician Assistant of Klinische Verloskunde te volgen.